Woord vooraf

Dit zijn de plannen die ik rond 2006 maakte voor het fictieve stadje Laagdreef. Dit is nooit veel verder gekomen dan ruwbouw. Augustus 2017 markeerde de start van een tweede poging tot het bouwen van m'n eigen stad.


Het begin!

De bouw van het fictieve stadje Laagdreef is begonnen!

Op het moment van schrijven is een week geleden het hout (4 platen multiplex van 140 x 60,5 cm) bezorgd, en ben ik al vrij snel daarna het geraamte van de eerste 2 platen multiplex gaan voorzien.

Het sporenplan van Laagdreef Het geraamte bestaat uit latten van geschaafd vuren met de volgende maten, van 55 x 18 mm, 64 x 18 mm, en 112 x 18 mm.
De laatste zijn gebruikt op de plek van de schuifbak en aan de zijkanten.
Het multiplex is 5 laags hardhout multiplex.

Een schematische voorstelling van het sporenplan. Het geplande gat zoals dat op de tekening te zien is komt er niet. Dat gat was niet alleen te groot, maar het station kon ik ook niet meer kwijt.

Het spoor dat aftakt in de bocht verdwijnt: het was de bedoeling dat daar een bedrijf met spooraansluiting zou komen, maar ook dat past niet. Het spoor verplaatsen richting het station was de oplossing.

Het sporenplan van Laagdreef De stationssituatie is nu als volgt:
Het bovenste en middelste spoor zijn de reizigerssporen, waarvan het bovenste spoor de grootste capaciteit krijgt (4 wagons lengte)
Het onderste spoor wordt het spoor dat dienst gaat doen als goederenspoor en bij een bedrijf gaat horen.


Schuifbak

Schuifbak met sporen in het spoorplan van Laagdreef ingebouwd Een belangrijk onderdeel van deze baan is de schuifbak, ook wel fiddle-yard genoemd.
In plaats van een vast opstelterrein met 4 sporen bereikbaar door middel van wissels heb ik gekozen voor 4 even lange sporen. Die zijn bereikbaar door deze voor het hoofdspoor te schuiven.

Deze schuifbak bestaat uit een raam van vuren latten met daarop een plaat multiplex.
Het geheel schuift door middel van 2 geleiderails met kogel-lagers, die normaal voor lades bedoeld zijn. Je kunt deze geleiders bij bouwmarkten krijgen.

De 'bak' zelf is 150 centimeter lang en 25 centimeter breed. De langste treinlengte is uiteraard weer 4 wagons plus een loc, want anders heb ik niet veel aan een dergelijke treinlengte bij het station.

De onderbouw moest ik eerst haaks maken voordat ik de schuifbak kon bevestigen. Een plank die de hele constructie aan de scharnieren bevestigde bleek namelijk geweldig krom te zijn. De onderbouw week daardoor een goeie 20 centimeter naar links, waardoor de schuifbak niet goed kon bewegen.

Met een flinke steun tegen de muur heb ik de eerste multiplex platen er op geschroefd en de steun daarna verwijderd.

Bij de allereerste keer plaatsen van de bak kwam ik meteen achter iets dat ik vergeten was: wanneer een dergelijke schuifrails uitschuift, moet er uiteraard ruimte zijn voor het gedeelte dat uitschuift. Daar had ik niet bij nagedacht dus heb ik daarna 2 kleine gaten gezaagd in een van de onderbouw-latten.

Stom idee: schuim vastlijmen op schuifbak De besturing is nu nog handmatig, maar deze word misschien motorisch, voorlopig moet ik eerst testen of dit allemaal werkt zoals het hoort.

Ik heb ook nog blauw schuim op de schuifbak gelijmd. Dat bleek een onnodige handeling. Na het aanbrengen van het schuim kreeg ik geen trein meer zonder ontsporen op de schuifbak en veel ging het toch niet helpen: hard reden de treinen hier toch nooit.

Een dag na het aanbrengen van het schuim heb ik het ook weer verwijderd.

Wordt vervolgd

Aanvulling 31-12-07: Alle rails ligt

Sporensituatie met schuim op ondergrond ter hoogte van het station Inmiddels ben ik aardig gevorderd met de baan. Alle rails ligt nu in ieder geval en ook de sporen op de schuifbak zijn definitief bevestigd.

Bij de schuifbak is wel gebleken dat deze op de huidige manier teveel speling heeft. De sporen sluiten de ene keer goed aan, maar zorgen na een verschuiving de volgende keer voor een ontsporing.

Een aantal hoekprofielen, om de schuifbak meer stijfheid te geven moet hopelijk een oplossing gaan bieden.

Hiernaast zie je het leggen van het schuim, waar de sporen uiteindelijk op komen te liggen.

Wisseloperatie

Fleischmann wissel opengemaakt om het pinnetje om te draaien. Wist ik veel dat dat niet hoefde... Ik heb de 2 wissels die de baan maar telt, verwijderd, een beetje geopereerd en weer teruggeplaatst.
Ik dacht al langer over het feit of de wisselspoel niet omgekeerd in het wissel zou passen, maar zonder modificatie zou dat in ieder geval niet gaan.

Van 1 van de wissels de klemlipjes van de metalen onderkant voorzichtig opengebogen en het metalen 'deksel' voorzichtig verwijderd. Ik had geen idee of ik veertjes of andere wegspringende onderdelen aan kon treffen.

Bij het bochtwissel bleek dit geen probleem te zijn. Na het openmaken het hendeltje om het wissel om te zetten er andersom ingelegd en het deksel er weer op. Aandrijving er in geklikt en het wissel schakelde nog net zo makkelijk om als voorheen.

Inmiddels weet ik dat je het wissel helemaal niet open hoeft te maken voor deze operatie. Het hendeltje er simpelweg uittrekken en omgekeerd weer terugduwen is standaard bij deze wissels.

Gaten voor de wisselspoelen, gefreesd in de ondergrond Bij het rechte wissel bleek het een ander verhaal, kort na het openmaken sprong een plastic wisseltong weg, samen met een piepklein veertje. De eerste kon ik terugvinden, de tweede is tot nog toe spoorloos.

Het wissel bleek zonder het veertje niet te werken, dus moest ik een ander wissel opofferen. Zelfde bewerking uitgevoerd, de aandrijving er weer ingeklikt en jawel, ook dit wissel schakelt nog net zo gewoon als voor de omkeerhandeling.

Er kleeft maar 1 'maar' aan deze bewerking. Je zult op de plek van de wisselspoelen een gat/sleuf moeten frezen, omdat de spoel door het omkeren nu een flink stuk uitsteekt.

Met een Hema-kloon van een Dremel met een freesje erin had ik binnen 3 kwartier sleuven in de ondergrond waar de wisselspoelen prima in verdwenen.

Na het lijmen van de rails op de schuifbak wou ik wat testritjes maken op de stationssporen. Een tipje: haal metalen zaken van de rails af als je gaat testen.

Ik had als gewicht een blik verf op de rails gezet om deze goed te verlijmen en snapte de eerste vier kortsluitmeldingen van de centrale niet wat er aan de hand was. Ik heb me niet suf lopen zoeken, maar een beetje stom voelde ik me wel toen ik de oorzaak zag staan.


Schakelpaneel

Om de baan goed te kunnen testen en omdat de wissels met omgekeerde spoel onmogelijk met de hand te bedienen zijn ben ik maar begonnen aan een schakelkastje.

Op de zolder vond ik een al gebruikt lessenaar-achtig kastje zonder front. Op een plaatje aluminium heb ik het t raject uitgetekend en gaten geboord voor 4 schakelaars.

Met een trafo uit de rommelbak, een stukje print voor een bruggelijkrichter en twee forse elco's van 4700 uF per stuk werd de spanning gelijkgericht en afgevlakt. Niet noodzakelijk, wel handig om een stevige puls te kunnen geven. Daarnaast ruimde het lekker op in m'n bakje met grote elco's.

Alles werd wat provisorisch aangesloten maar wat ik ook deed, het wissel voor de stationssporen schakelde ineens niet meer betrouwbaar. De ene keer ging het goed, de andere keer bleef de wisseltong in het midden steken, wat natuurlijk een ontsporing van het materieel veroorzaakte.

De spanning leek wat laag: niet echt een duidelijke tik, alsof de spanning net te laag is om de kern in de spoel goed aan te kunnen trekken.

Ik sloeg aan het meten. Al snel sloeg de verbazing toe: de wissels kregen maar liefst 38,6 Volt te verduren.
Nee, dat kan niet, denk ik bij mezelf. Dus de wisselspanning voor de gelijkrichter eens gemeten, maar die kwam met 30 Volt ook wel erg hoog.

Ik begon te twijfelen aan m'n meter, dus werd die van m'n vader er bij gehaald. Ook die sloeg direct uit naar ongeveer 39 Volt, die van mij loog dus niet.

Zo'n 16 Volt vind ik een redelijk normale spanning voor wissels en 18-20 Volt voor wissels die al wat ouder zijn en niet meer zo goed schakelen, maar bijna 40 Volt is wel erg overdreven.

Ik zit dus, terwijl ik had gehoopt daar aan te ontkomen, vast aan een stabilisatieschakeling, die tegelijkertijd de spanning terugregelt naar een normaal niveau.

Het probleem aangepakt bij de oorzaak...

In plaats van het bouwen van een stabilisatie-schakeling, heb ik de transformator vervangen, ook al heb ik niet kunnen verklaren waarom het andere type zo'n hoge spanning opleverde.

De nieuwe trafo levert 12 Volt bij 1 Ampère en levert na gelijkrichting een nette 17 Volt gelijkspanning. De wissels schakelen nu zoals ze horen.

Naast de eerste wikkeling van 12 Volt bezit de trafo er nog 1 van 12 VA, die ik zou kunnen gebruiken voor een overweg of andere waarschuwingsverlichting.

Bestrating voor het perron grotendeels gereed

Detailfoto van het stoeptegelmotief, gemaakt van giethars plaatjes De bestrating voor het perron heb ik een paar weken geleden gemaakt, uit giethars. Van een plaatje met stoeptegelmotief heb ik een mal gemaakt en daar 16 plaatjes van gegoten.

Je ziet het perron inclusief 2 plaatjes giethars, die nog niet vastgelijmd zijn.

Bij het leggen van de ondergrond voor het perron heb ik een foutje gemaakt: het stationsgebouw zou als het ware in een 'inham' van het perron geplaatst worden: in de ondergrond ben ik dit echter vergeten aan te geven, dus moet ik daar eerst een stuk uitfrezen voordat ik verder kan.


20:15 9-2-08 Vaarwel schuifbak

Een paar dagen geleden heb ik de schuifbak verwijderd (lees: vastgeschroefd) Na eindeloos testen bleek de schuifbak gewoon te veel speling te hebben. Ik kon 'm niet zeker genoeg 'vergrendelen' ten opzichte van het aanrijspoor, wat regelmatig in ontsporingen resulteerde.

Ik had nog wat wissels over, dus die werden uit de schoenendoos geplukt en geplaatst.
Dat had wel wat voeten in de aarde. Ik had alleen links afbuigende wissels over, maar natuurlijk alleen nog maar aandrijvingen voor rechts afbuigende wissels.

Na veel opnieuw opplakken van de wisselspoelen heb ik deze toch betrouwbaar weten te monteren met dubbelzijdig plakband. Electrisch gezien is de baan dan ook bijna klaar, alleen de sporen op het 'rangeerterrein' (voorheen de schuifbak) moeten nog electrisch verbonden worden met de rest van het tracé.

Overigens is er een vervelend foutje in geslopen bij het wisselbesturingskastje. Nadat ik de gaten voor de extra schakelaars had geboord en de schakelaars had gemonteerd, ging ik testen.

Ik kon er echter niet achter komen waarom de wissels begonnen te klapperen als je 1 schakelaar in had gedrukt en daarna de andere schakelaar indrukte.

Pas na een paar keer merkte ik dat ik geen maakcontact-schakelaartjes te pakken had, maar 'klik-aan-klik-uit' schakelaartjes. Uiterlijk hebben ze alleen geen verschillen.

De schakelaartjes komen uit een dumpzaak, maar dat betekent niet dat er niets op de verpakking stond, ik heb gewoon niet goed opgelet...

Overigens heb ik door een 'trucje' (het stelt weinig voor) twee schakelaartjes weten te besparen. Het schema staat hieronder.

Schema wisselschakeling Onderdelenlijst:
D1-D4 = 1N4007
S2L, S2R, S3L, S3R = drukschakelaar met maakcontact. Het nummer correspondeert met het wisselnummer.
L1, L2 en L3 = wisselspoelen, onderverdeeld in de spoel voor het naar links en rechts afbuigen van de wisseltong.

Werking: wanneer wissel 1 in stand L staat en je een trein richting wissel 3 wil sturen, druk je een van de knoppen voor wissel 3 in.

Tegelijkertijd wordt de spoel voor wissel 1 om stand R aan te nemen bekrachtigd en is de rijweg gemaakt. Andersom verloopt het precies hetzelfde: de diodes voorkomen dat beide spoelen van wissel 2 of 3 tegelijk kunnen schakelen.


24-6-08 Het kriebelt, het kriebelt...

Aan de baan zelf is qua omgeving of spoorwerk geen vooruitgang geboekt. Dat komt mede door het feit dat ik drukker bezig was met andere dingen en zo nu en dan aan scenery wou werken.

Testritten hebben wel opgeleverd dat het betrouwbaar rijdt. Het enige dat nog rest voordat ik kan gaan ballasten is het aanbrengen van de verf op de railstaven, om zo de hinderlijke glans weg te nemen.

Ik ben ook druk bezig geweest met de bovenleiding. Vooral het maken van de betonnen funderingen uit balsahout en het schilderen ervan namen tijd in beslag.

Laagje verf op 1 rij stenen van wanden van Kibri's Zevenbergen Van het perron heb ik inmiddels het gedeelte voor de inham van het stationsgebouw uitgefreesd en ook meteen weer wat geoefend met de vele delen van het stationsgebouw. Dat heb ik al wat vaker gedaan, om zo vertrouwd te raken met alle onderdelen.

Terwijl ik dat deed kriebelde het alweer om een flesje lijm ter hand te nemen en het station te bouwen, maar omdat ik nog geen goede plaats heb om het station kwijt te kunnen wacht ik daar nog even mee.

Tegelijkertijd dat ik de 2 grootste gedeeltes van het station eens in elkaar zette op de grondplaat merkte ik dat het gebouw wat kaal was.
Tussen de stenen ontdekte ik echter ineens een afwijkende rij stenen en meteen besloot ik de boel af te plakken en deze een ander kleurtje mee te geven, want dat compleet witte gebouw vind ik maar niets.

Dus na het afplakken even nagedacht over de kleur, en al snel heb ik gewoon de bus met primer gepakt, hiernaast het resultaat.


25-6-08: Een begin met de stationsoverkapping

Stationsoverkapping van styreenprofiel en styreenplaat Ik ben begonnen met de stationsoverkapping, bestaande uit 5 pilaren van I profiel, met daaraan vast gelijmd I balken die ik in een lichte 'V' gebogen heb doormiddel van de piepschuimsnijder.

Door het stuk profiel vlak boven het draadje te leggen wordt het styreen warm en kun je het na een tijdje verbuigen in de gewenste vorm. Ik heb hier geen mal voor gebruikt, maar de 'dakdragers' op gevoel in vorm gebogen.

Voor extra stevigheid heb ik van de pilaar naar de dakdraagbalken aan elke kant extra steunbalkjes geplaatst.
En dan het resultaat: hier staan overigens 3 van de 5 pilaren en ligt er al een 'dak' op de pilaren, nog niet vastgelijmd, maar even om te kijken of het niet te massief oogt.

Ik ben er nog niet uit of dit het wel moet worden. De pilaren ogen ontzettend iel in vergelijking met het dak. Daarnaast vraag ik me af of de dakdragers, die maar liefst 4,5 centimeter aan beide kanten uitsteken, niet veel te lang zijn.

Dat samen met het feit dat ik de steunbalkjes van pilaar naar dakdragers over vind komen alsof de hele constructie van hout gemaakt is geeft me nog even wat denkwerk.

Op dit moment is de overkapping in het midden zo'n 5 centimeter hoog. De dakdelen lopen in een lichte V-vorm omhoog. De afstand tussen 2 pilaren onderling is ongeveer 113 mm, en de pilaren staan in gaten met een diameter van 4 mm.

Het dak wil ik van 0,8 millimeter dik styreen maken. Door dat te beplakken met zwart schuurpapier wil ik een bitumen afwerking imiteren.


27-6-08 Bouwpakket station Zevenbergen van Kibri een regelrechte ramp...

Verfblikken op borendoosje om delen van Kibri's 'Zevenbergen' in bedwang te houden tijdens lijmen Het bouwpakket van Kibri, station Zevenbergen (artikelnummer 9377) is een regelrechte ramp, de delen passen verschrikkelijk slecht en ook de bouwbeschrijving is niet wat ik van Kibri gewend ben.

De aansluiting tussen raam en muur is op sommige plaatsen zo slecht dat ik zelfs overweeg om de gelijmde delen weer los te 'weken', daarna (weer!) bij te werken, om ze vervolgens weer in te lijmen.

Hiernaast een van de maatregelen om slecht passende delen, die ook lastig te bewerken te zijn, toch zo goed mogelijk te verlijmen: een borendoosje met daar bovenop 2 verfblikken oefenen de nodige druk uit.

Kibri staat bij mij bekend om zijn klik-bouwpakketten. Ook dit bouwpakket is daar geen uitzondering op, maar nog niet eerder heb ik onderdelen bijna kapot gedrukt bij pogingen ze samen te klikken, ook al waren de gaten niet verstopt door gietvliesjes.

Een detailfoto van de bol-staande delen van Kibri's bouwpakket Zevenbergen Hieronder nog een foto van de slechte pasvorm van een van de voorgevels van het station.

Meegegoten glas

Ondanks alle tegenslagen ben ik gewoon verder aan het bouwen en probeer ik te redden wat er te redden valt. Zo ben ik onder andere druk bezig geweest een goede methode te vinden om het raamglas te scheiden van het kozijn.

Dat was namelijk een teleurstelling toen ik dit bouwpakket kocht: de raamkozijnen en deuren hebben al glas meegekregen vanuit de fabriek. Opzich niet erg, hoef je eens een keer niet op te passen dat je met de lijm uitschiet, maar het kozijn een andere kleur geven wordt wel veel moeilijker.

Ik heb verschillende dingen geprobeerd. De eerste pogingen waagde ik door met een stanleymes tussen het 'glas' en het plastic van het kozijn te snijden. Deze methode was nogal link vanwege het risico op uitschieters.

Het eerste raam ging echter goed dus al snel probeerde ik een groter raam. Dat ging hopeloos mis en ik vernielde het kozijn door er dwars doorheen te snijden. Ik probeerde nog wat met een figuurzaagje, maar dat gleed steeds weg.

Uiteindelijk met veel geduld het 'glas' weg gaan schuren. Dat werkte wel, maar nam bijna een half uur per raam in beslag. Omdat ik minstens 7 onderdelen een ander kleurtje wou geven zag ik dat niet zitten.

Twijfelend of ik echt een ander kleurtje wou geven aan de ramen en deuren stond ik een van de ramen met het glas eraan wat heen en weer te buigen met m'n vingers en besloot toen toch nog een poging te wagen met het stanleymes. Na het heen en weer buigen gleed het mes ineens zo tussen beide helften door...

Is de oplossing zo simpel? Ik pakte een ander raam, boog dat stevig heen en weer en nam het mes weer ter hand. Inderdaad, ook nu liet het doorzichtige plastic een stuk makkelijker los van het kozijn.

Hoewel deze methode een groot deel van de ramen een stuk makkelijker te bewerken maakt zitten er soms hardnekkige exemplaren tussen. Zo nu en dan kwam ik een raam tegen dat zijn glas liever hield dan kwijt was.

Ramen van Kibri bouwpakket Zevenbergen in het blauw Een tweede opmerkelijk verschil is het feit dat de roodgekleurde glazen en deuren veel makkelijker scheiden dan de witgekleurde versies. Het verbuigen had bij de witte versies vrijwel geen invloed.

Één maar: Wanneer je het raamglas verwijderd van het kozijn ontkom je niet aan een schilderbeurt voor de kozijnen. Door het mes krijgt het kozijnplastic op diverse plaatsen lelijke buigplekken en deze zijn alleen met en laag verf weg te werken.

Ik besloot m'n kozijnen een laagje blauw te geven. Of dit blauw het wel moet worden weet ik niet. Mijn broer vond dit een vreemde kleurstelling, ik vind het wel wat imposants hebben. Op foto's van echte stationsgebouwen kwam ik het overigens nooit tegen, dus dat pleit voor de mening van m'n broer.

Naast de vorderingen van het stationsgebouw ben ik ook klaar met het 'roestig' schilderen van de rails... niet het leukste werk, maar het ziet er wel beter uit dan die glanzende railstaven.


Het einde...

Nog voordat ik goed en wel echt aan de bouw van Laagdreef was begonnen, besefte ik dat ik dezelfde fout opnieuw gemaakt had. De onderbouw was simpelweg te groot en te zwaar (in gewicht) en toaal niet transporteerbaar als dat nodig zou zijn.

Het geheel was wéér een vast geraamte met houten platen er op geschroefd. Daarnaast begon het feit dat het een kopstation betreft toch te vervelen. Een rondje rijden was toch wel zo leuk, ondanks de kleine oppervlakte.

Daarnaast had ik bij het begin de filosofie voor ogen dat ook de boog min of meer realistisch over moest komen. Dat is leuk, maar dat is amper realistisch te krijgen. De bochtstraal was al redelijk groot, maar vergekelen met de realiteit onrealistisch krap.
Na even goed ademhalen begon ik met de onttakeling van wat nooit echt Laagdreef is geweest.

De bovenleiding en dergelijke wordt bewaard voor de nieuwe baan, die ik uit modules op ga bouwen.
Daarnaast stap ik waarschijnlijk af van een opklapbaar geraamte en worden de modules als kastplanken 'gestapeld' via dragers aan de muur. Dat zorgt ervoor dat ik bepaalde materialen wel toe kan passen, die te fragiel zijn voor een baan die lange tijd verticaal staat.

Het hout van de oude onderbouw wordt zoveel mogelijk opnieuw gebruikt voor de nieuwe onderbouw, die 30 centimeter minder breed wordt.
De nieuwe baan deel ik op in 6 delen. Er komen vier grote delen van ongeveer 50 x 115 centimeter en 2 kleine van 40 x 40 centimeter of iets in die richting.

nieuwe sporenplan laagdeef De filosofie dat de bochten zo realistisch mogelijk dienen te zijn laat ik volledig varen. De bochten krijgen een minimale boogstraal die vergelijkbaar is met Roco R2 en worden zoveel mogelijk uit zicht gehouden.

Het bovenste gedeelte met de 2 sporen wordt het stationsgebied: of dat een eilandperron wordt of niet weet ik nog niet.
De 4 onderste sporen zijn puur opstel-mogelijkheden: door ze echter te scheiden in 2 x 2 sporen en de boel ook aan te kleden krijg je toch wat meer het idee van een paar werelden waar ik gebruik van kan maken.

Met het nieuwe plan komt ook een einde aan het Car-system van Faller. Daar heb ik nog maar weinig plaats voor en daarom zijn de spullen verkocht. Ook voor het stationgsgebouw waar ik al mee begonnen was is de toekomst onzeker.